De belangrijkste maten voor een paardendeken zijn de ruglengte en de zijdiepte. Bij normaal gebouwde paarden kunnen de totale lengte en de halsomtrek hieruit afgeleid worden. Heb je echter een bijzonder smal, groot of breed paard, dan kan het de moeite waard zijn om de deken op maat te meten voor de optimale pasvorm.

De belangrijkste maten voor een deken voor het rijden en voor de nieren zijn de lengte van de zadel tot de staartbasis en de zijdiepte. Bij rijdekens kan de uitsparing voor het zadel belangrijk zijn, vooral bij speciale zadels.

De ruglengte en de zijdiepte zijn de bepalende maten voor een onderlaken. Bij onze modellen "Clearance" meten we eerst alsof de uitsparing voor de schoft er niet is.

Belangrijk bij het meten van de ruglengte: Het onderlaken moet ongeveer 3 cm achter de zadel eindigen. Het mag niet te lang zijn, omdat het anders de beweging van het paard beperkt. Het mag ook niet te kort zijn en onder het zadel eindigen, omdat dit drukpunten veroorzaakt. Onze ervaring leert dat 55 cm ruglengte bij de meeste zadels goed past.

Belangrijk bij het meten van de zijdiepte: Het onderlaken, inclusief de riemlussen, moet onder het zadelblad eindigen. Bij zadels met lange riembanden moet je erop letten dat de riem niet op het deken ligt. De rollen van de riem moeten altijd onder het onderlaken liggen om drukpunten te voorkomen.

Belangrijk bij het meten van de uitsparing voor de schoft: Dit lijkt het moeilijkste, maar het is eigenlijk het gemakkelijkste onderdeel. Vanwege onze manier van werken ontstaan er geen problemen, zelfs als de meting niet perfect is. Onze ervaring leert dat een uitsparing van ongeveer 15 cmvoldoende is voor de meeste paarden.

Je kunt elke andere onderlaken gebruiken om de maten te bepalen. Leg het (met het zadel) op je paard en teken met krijtalle bovenstaande punten aan. Voor het meten leg je het deken plat op de grond en meet je alle punten uit met een meetlint.